Rattenpreventie: zelf doen of uitbesteden ?

Het geheim van een rattenvrij bedrijf? Preventie, preventie, preventie. Maar doe je dat als melkveehouder zelf? Of is het slimmer om uit te besteden – vooral nu de wet- en regelgeving is aangescherpt? PCO’er Bert Boom: ‘Of je het nu zelf doet of uitbesteed. Een gedegen preventieplan en consequente opvolging zijn essentieel. Als je een rat ziet, ben je eigenlijk al te laat.

Print page
Rattenbestrijding op het veevoederbedrijf

‘Kijk, daar is een bietenveld, dat is een locatie met een verhoogd risico’, wijst ongediertebestrijder Bert Boom vanuit zijn bedrijfswagen. Als PCO’er bij Ten Dijk Ongediertebestrijdingsbedrijf scant hij altijd uitvoerig de omgeving. Ligt het melkveebedrijf in een bosrijke omgeving waarin ratten graag schuilen? Zijn er sloten met hoge begroeiing in de buurt? Na 27 jaar als PCO’er is Bert Boom getraind in het razendsnel inschatten van risico’s – sneller dan een rat.

Expertise
We zijn in Woudenberg, op melkveehouderij De Zevenmorgen. Hoewel eigenaar Jan de Greef zelf het verplichte vakbekwaamheidscertificaat KGA-GB heeft om de ratten op het eigen bedrijf te bestrijden, kiest de melkveehouder toch voor uitbesteding aan Ten Dijk. De Greefs medewerker Thomas Beek vertelt waarom: ‘We zijn vaak hartstikke druk met allerlei taken. Schoon en net werken vinden we belangrijk. Net als een gedegen preventie. Daarom kiezen we voor de samenwerking met Bert. Wij weten zelf heel veel, maar Bert dénkt als een rat, hij heeft zóveel ervaring en expertise…’

Risicoanalyse
Samen met Bert monitort Thomas vandaag het preventieplan dat is gemaakt op basis van een risicoanalyse. Bert: ‘Voordat we met de uitvoering van het preventieplan beginnen, maken we een grondige analyse van de locatie. Wat zijn mogelijke risico’s? Zijn er nog bouwkundige gebreken die de boer eerst moet verhelpen? Of moet er nog orde op zaken worden gesteld voor de hygiëne of organisatie? Pas als de basis in orde is, start de plaagdierpreventie,’ vertelt Bert. ‘De voorwaarden naar de boer toe zijn de laatste jaren aangescherpt. Plaagdieren kunnen zich razendsnel voortplanten, dus een gedegen aanpak is essentieel.’

Logboek
OverlegThomas laat het logboek in de stal zien: communicatie, aantekeningen en plattegronden – samen met Bert houdt hij nauwkeurig bij wat er op het bedrijf gebeurt aan plaagdierpreventie. ‘Het is teamwork’, benadrukt Bert. ‘Een open en goede communicatie is essentieel. Samen kun je een topbeleid maken. Als je een rat wil weren, moet je je drie dingen afvragen: wáárom zit het beestje hier? Hoe is het hier gekomen? En wáár precies zit het hier? Als je dat weet, kun je de situatie beïnvloeden en redenen voor de komst van ratten wegnemen of elimineren. Een rat zoekt water, voedsel en een veiligheid. Als je die dingen weet weg te nemen, heb je een succesvolle strategie.’

Preventiemaatregelen
Begroeiing kort houden, restjes voer bij de silo wegvegen, muren vrijhouden, deuren goed sluiten, het doek bij de maiskuil kort houden: iedere dag volgt Thomas de aanbevelingen van Bert op. Acht keer per jaar ziet hij Bert tijdens de servicecontrole. Hoeveel tijd besteedt Thomas aan het opvolgen van het preventieplan? ‘Behoorlijk wat tijd. Maar we vegen liever een keer te veel dan te weinig. Ratten weren is geïntegreerd in ons dagelijkse werk. En de klemmen controleren we wekelijks.’ Berts ogen glijden tevreden over het terrein: ‘Het niveau is hier zo hoog dat er bijna niet bijgestuurd hoeft te worden. Soms is even bellen genoeg.’

Certificering halen
Vindt Bert het altijd raadzaam om ongediertebestrijding uit te besteden? Of raadt hij melkveehouders aan om zelf een licentie te halen? ‘Als de melkveehouder de tijd, ruimte en middelen heeft, is een vakbekwaamheidscertificaat KGA-GB natuurlijk altijd handig: het geeft een mooie basiskennis. In de praktijk kiezen veel agrariërs toch voor uitbesteden, merkt Bert. ‘De cursus en de jaarlijkse audits kosten natuurlijk ook tijd en geld. Uitbesteden is vaak gunstiger – je krijgt er direct maatwerk voor terug. En als je kiest voor uitbesteding profiteer je natuurlijk ook van de kennis die de PCO’er bij alle vergelijkbare bedrijven heeft opgedaan.’

Waan van de dag
Het succes van de preventie door gecertificeerde boeren? Dát hangt volgens Bert af van de tijd die boer voor de uitvoering heeft. ‘Agrariërs hebben het ontzettend druk en worden snel opgeslokt door de waan van de dag. De preventie krijgt dan niet aandacht die nodig is – en kan het toch misgaan. Maar als je een helder protocol schrijft op basis van een grondige risicoanalyse en schoon blijft werken, kán het natuurlijk wel. Of je kiest voor een combinatie waarbij je zelf het certificaat hebt, maar de PCO’er periodiek uitnodigt om een frisse blik te houden.’ Wat je ook doet, blijf er loeistrak bovenop zitten, benadrukt Bert. ‘Voorkómen is écht beter dan genezen – de PCO’er kan het niet vaak genoeg zeggen. ‘Als je een rat ziet, dan ben je eigenlijk al te laat.’

Checklist: zelf doen of uitbesteden?
De vrijstelling voor bestrijding van plaagdieren op het eigen bedrijf is komen te vervallen. Sinds 1 juli 2015 is het voor melkveehouders verplicht een vakbekwaamheidscertificaat KGA-GB te halen en te werken volgens de IPM-richtlijnen.

Checklist zelf doen of uitbesteden
-
U heeft tijd, ruimte en middelen om een eendaagse cursus te volgen en jaarlijkse audits te doen.
- U heeft de tijd en de bereidheid om na het behalen van uw certificaat een protocol te schrijven, tijdig risicoanalyses te maken en controles uit te voeren.
- U heeft de tijd en de bereidheid om naast uw werk zelf dagelijks aandacht te besteden en de benodigde preventiemaatregelen consequent op te volgen.
- U vindt het leuk steeds nieuwe informatie over ratten op te zoeken en op de hoogte te blijven.
- U verdiept u graag in effectieve preventie en bestrijdingsmiddelen en -wijzen die resistentie voorkomen.

Heeft u alle vijf vragen met ‘ja’ beantwoord? Dan kan het volgen van de training voor het vakbekwaamheidscertificaat voor u interessant zijn. U doet basiskennis op over looproutes, plaagdiergedrag, protocollen, risicoanalyses. Ook het gebruik en de inzet van rodenticiden komen aan bod. Wanneer wel/niet gebruiken? Hoe dosering afbouwen?

Heeft u één of meer vragen met ‘nee’ beantwoord? Dan doet u er goed aan om de preventie van ratten uit te besteden aan een bevoegd bedrijf met specialisatie in de agrarische sector.

Tips om ratten te voorkomen
- Zorg dat ratten geen toegang tot gebouwen hebben. Verhelp bouwkundige gebreken en zorg dat deuren en ramen goed sluiten. Een rat heeft een flexibel lijf en kan al door een opening van 12 mm
.
- Elimineer schuilplaatsen en looproutes: zet spullen op pallets en van de muur af. Voorkom voer- of bandenopslag tegen wanden. Hoe meer ruimte er is voor honden en katten, hoe minder aantrekkelijk de looproute is voor ratten.
-  Geef extra aandacht aan plekken waar voer is. Veeg restjes voer op bij bijvoorbeeld silo’s. Knip het doek van de maiskuil af zodat ratten er niet onder kunnen schuilen.
- Zet lokdozen op plekken met een verhoogd risico (zoals de voersilo). 
- Scherm alle bedrading zorgvuldig af, zodat ratten er niet op kunnen gaan knagen.
- Bent u gecertificeerd en mag u dus op het eigen bedrijf bestrijdingsmiddelen gebruiken? Let dan goed op dosering en aanpak. Door onnodig of te veel gif te gebruiken kunnen ratten resistent worden. Voorkom resistentie en kies de juiste producten, zoals Rodilon dat resistentie juist voorkomt. 

Heeft u onverhoopt toch last van ratten? En heeft u een vakbekwaamheidscertificaat?
Let dan bij bestrijding op het volgende:

  • Het gebruik van giftig lokaas is de meest kosteneffectieve optie gebleken bij het elimineren van knaagdieren. Let op met de resistentie die bij veel producten kan ontstaan. Een uitzondering is Rodilon® van Envu. Rodilon® bevat difethialon, de eerste actieve stof die al meer dan twintig jaar geen resistentie geeft bij ratten of muizen.
  • Blijf waakzaam. Zodra een plaag is bestreden wachten altijd nieuwe knaagdieren om zich te verplaatsen naar hetzelfde gebied. Controleer altijd op nieuwe activiteit en begin een lokaasprogramma zo spoedig mogelijk. Verwijder andere voedselbronnen waar mogelijk.
  • Plaats verschillende lokaasdepots op een droge plek in het gehele geïnfesteerde gebied met een tussenruimte van 4 tot 10 meter (bijvoorbeeld in nesten, op looppaden, langs muren en waar uitwerpselen gevonden zijn).
  • Controleer frequent, vooral gedurende de eerste 5-10 dagen, en regelmatig voor zolang de consumptie aanhoudt (zo mogelijk elke week). Vul bij elke inspectie alle gegeten lokaas aan. Vervang vervuild of bedorven lokaas. Houd voldoende voorraad vers lokaas totdat de aanwijzingen van knaagdieractiviteit verdwijnen.
  • Zoek tijdens de behandeling geregeld naar dode knaagdieren en verwijder ze, minimaal zo vaak als het lokaas wordt geïnspecteerd en/of aangevuld.
  • Verzamel dode karkassen om problemen voor de volksgezondheid en secundaire vergiftiging te voorkomen; verwijder de karkassen volgens de plaatselijke voorschriften. Katten tijdens een bestrijdingsactie extra goed voeren.
  • Opruimen: gebruik rodenticiden met anticoagulantia niet als permanent lokaas. Verwijder al het lokaas en voer volgens de plaatselijke voorschriften.